Wat is ACT?
ACT bestaat uit zes verschillende vaardigheden: acceptatie, defusie, mindfulness, het zelf, waarden en toegewijd handelen, met als doel psychologische flexibiliteit te kunnen vergroten.
Op korte termijn kan het controleren van moeilijke gedachten, gevoelens en lichamelijke sensaties je soms helpen (overlevingsmechanismen). Op lange termijn kan het controleren hiervan juist als belemmering worden ervaren. Tijdens een ACT- behandeling wordt er geïnventariseerd op welke manier de cliënt omgaat met zijn klachten.
De Weg naar psychologische flexibiliteit:
01. VAARDIGHEID/PROCES: ACCEPTATIE
Tijdens deze fase kan de cliënt op een andere manier met de problemen leren omgaan. We spreken hierbij dan over moeilijke gedachten, gevoelens en omstandigheden waar de cliënt niet voor heeft gekozen. Alles wat hij niet kan controleren wordt in beeld vormgegeven d.m.v. het gebruik van materiaal (bijv. klei, krijt, verf, potlood). Deze fase kan zorgen voor nieuwe inzichten.
02. VAARDIGHEID/PROCES: DEFUSIE
De cliënt leert tijdens deze fase zijn moeilijke gedachten te observeren. Dit wordt gedaan d.m.v. het uitvoeren van beeldende therapeutische werkvormen en andere ervaringsgerichte oefeningen. De taal kan namelijk allerlei negatieve emoties uitlokken en voor psychische problemen zorgen. Wanneer de cliënt zijn gedachten erg serieus neemt en hier ook naar gaat handelen ondanks het vervelende gevoel die hij erbij ervaart, dan spreken we niet over pijn maar over lijden. ‘Je gedachten zijn niet de waarheid en jij bent niet je gedachten.’
03. VAARDIGHEID/PROCES: MINDFULNESS
Het beeldend medium leent zich goed voor om contact te maken met het hier en nu. De cliënt leert contact te maken met zijn gedachten, gevoelens en lichamelijke sensaties. Dit wordt tijdens beeldende therapie uitgevoerd d.m.v. het visualiseren van interne belevingen of door bewust zintuigelijk contact te maken met sensopatisch materiaal (externe beleving).
04. VAARDIGHEID/PROCES: HET ZELF
Via het beeldend medium leer je een andere relatie met jezelf aangaan, door ervaringsgericht te werken. De cliënt gaat onderzoeken wie hij is, wat hij wil en wat zijn behoeften zijn, met zijn gedachten op de achtergrond.
05. VAARDIGHEID/PROCES: WAARDEN
Via het beeldend medium kan je met non-verbale werkvormen leren stilstaan bij waarden die voor jou echt belangrijk zijn. Hierbij leert de cliënt bewust stilstaan bij wat het verschil is tussen wat je moet (jouw programmering – regelgeleid gedrag) en wat je daadwerkelijk wil in je leven (van jezelf). ‘In je angsten zitten je waarden en in je waarden zitten je angsten’. (Psycholoog en hoogleraar, Steven Hayes, grondlegger van ACT)
06. VAARDIGHEID/PROCES: TOEGEWIJD HANDELEN
Het is belangrijk dat de cliënt ervan bewust is dat hij aan het vermijden is en wat hij precies aan het vermijden is. Het niet meer vermijden betekent dat deze gepaard gaat met de angst en pijn die inherent is aan het leven. Wanneer de cliënt genoeg psychologische flexibiliteit heeft kunnen opbouwen, kan hij stilstaan bij een plan van aanpak om zijn dromen te kunnen verwezenlijken. Kortom, de reis ernaartoe gaat tijdens deze fase altijd samen met het bewust en flexibel omgaan van moeilijke gedachten, gevoelens en omstandigheden.