Maak je je zorgen omdat je kind zich niet fijn voelt?
- Je kind is vaak boos, verdrietig of onzeker of angstig
- Je kind denkt heel negatief over zichzelf of piekert
veel.
- Je kind wil niet naar school; het lukt niet om te
concentreren, het wordt gepest, of heeft steeds ruzie.
- Je kind heeft buikpijn of hoofdpijn zonder aanwijsbare
reden
- Je kind heeft iets vervelends meegemaakt zoals een
verhuizing,
scheiding van zijn ouders
- bij een verlieservaring
- Je gunt je kind veel zelfvertrouwen en plezier Je wil
je
kind
graag helpen, maar je weet niet hoe…